Amsterdam - Diemen
Ma-Zo 07:00 - 00:00
Bent u van plan binnenkort een nieuwe meterkast in uw huis te installeren? In dat geval zijn er enkele belangrijke overwegingen waar u rekening mee moet houden. Wist u bijvoorbeeld dat er specifieke minimumafmetingen gelden voor een meterkast? Zelfs als u een bestaande meterkast aanpast, is het noodzakelijk om te voldoen aan de recentste veiligheidsvoorschriften, richtlijnen en afmetingen voor meterkasten. Een opvallend feit is dat deze vereisten niet van toepassing zijn als u de meterkast niet aanpast. Hierdoor kan het gebeuren dat uw meterkast verre van voldoet aan de meest recente richtlijnen.
De eisen en richtlijnen waaraan uw meterkast moet voldoen, zijn vastgelegd in de NEN 2768-norm. U vindt hierin ook de minimale afmetingen voor een nieuwe meterkast. In de loop der jaren zijn de afmetingseisen voor meterkasten aangepast. Hierdoor is de kans groot dat uw meterkast niet aan deze eisen voldoet als u deze in de afgelopen jaren niet hebt aangepast. Een voordeel van de nieuwe eisen is dat ze extra ruimte creëren, waardoor u de meterkast van een extra groep kunt voorzien.
Een nieuwe meterkast moet minimaal 240 centimeter hoog zijn, met een minimale breedte van 77 centimeter en een minimale diepte van 35 centimeter. Deze richtlijnen zijn van toepassing op zowel laagbouwwoningen als hoogbouw tot een maximum van 70 meter. Andere mogelijke variabelen, zoals het type woning met of zonder gasaansluiting, hebben geen invloed op deze specifieke eisen.
Een meterkast bestaat uit diverse componenten, waarvan de groepenkast het meest opvallende element is. De groepenkast verdeelt de binnenkomende stroom naar verschillende ruimtes in huis, waarbij het gebruikelijk is om elke ruimte een eigen groep toe te wijzen. Apparaten met een hoog stroomverbruik, zoals een inductiekookplaat of wasmachine, hebben doorgaans hun eigen specifieke groep. Naast de individuele groepen bevat de groepenkast ook een hoofdschakelaar, waarmee de stroom in één keer kan worden uitgeschakeld. Andere belangrijke onderdelen zijn onder meer de aardlekschakelaar en de din-rail. De aardlekschakelaar voorkomt dat er stroom op de behuizing van uw woning komt bij lekstroom.
Afgezien van de installatieautomaten en verschillende groepen, huisvest de meterkast ook de hoofdaansluiting voor de waterleiding in uw woning, evenals de watermeter en aftakkingen van de waterleiding naar buiten, zoals kranen aan de voor- en achterzijde van uw huis.
Bij de installatie van een nieuwe meterkast is het niet alleen belangrijk om rekening te houden met de afmetingen. De NEN 2768-norm, eerder genoemd, omvat ook verschillende andere richtlijnen en eisen. Bijvoorbeeld, wist u dat de meterkast maximaal drie meter van de voordeur mag worden geplaatst? Veranderingen aan de locatie van de voordeur kunnen dus invloed hebben op de positie van de meterkast in huis.
Ventilatie binnen de meterkast is eveneens van groot belang. Deze ruimte moet adequaat geventileerd worden om te voorkomen dat zich gas ophoopt, wat aanzienlijke risico’s met zich meebrengt. Ventilatie is minder kritisch in meterkasten van woningen zonder gasaansluiting, aangezien nieuwe woningen standaard niet meer op gas worden aangesloten. Dergelijke voorschriften zijn niet alleen te vinden in de NEN 2768-norm, maar ook in het Bouwbesluit. Het is raadzaam om dit document door te nemen voordat u wijzigingen aanbrengt aan de meterkast.
Nu u een beter begrip heeft van de vereisten waaraan uw meterkast moet voldoen, is het tijd om aan de slag te gaan. Voordat u de meterkast daadwerkelijk opbouwt, zijn er een aantal keuzes die u moet maken. Denk bijvoorbeeld aan het aantal groepen of installatieautomaten dat u in de meterkast wilt hebben. De volgende keuzehulp helpt u om over dergelijke aspecten na te denken en voorkomt dat u belangrijke zaken over het hoofd ziet!
Begin met de vraag: hoeveel vermogen heb ik nodig in verschillende ruimtes van mijn huis? Bereken het benodigde vermogen door het gevraagde vermogen van de verschillende aangesloten apparaten in huis bij elkaar op te tellen. Het maximale vermogen zal waarschijnlijk niet altijd worden bereikt, aangezien de apparaten zelden tegelijkertijd in gebruik zijn.
Bedenk dat de keuken waarschijnlijk een hoger vermogen nodig heeft dan bijvoorbeeld een slaapkamer of gang. Dit kan betekenen dat u mogelijk meer installatieautomaten nodig heeft voor de keuken dan voor de gang. U kunt ervoor kiezen om de gang te combineren met het toilet of de slaapkamers, zolang het gevraagde vermogen onder de 3.6 kWh blijft, aangezien dit het maximale is wat op een groep in de meterkast mag worden aangesloten.
Na een eerste inventarisatie van het benodigde vermogen per ruimte in huis, kunt u bepalen welke apparaten een eigen installatieautomaat nodig hebben. Denk hierbij aan de inductiekookplaat, wasdroger, vaatwasser, oven en wasmachine. Als u een warmtepomp heeft, geef deze dan ook een eigen installatieautomaat om uitval te voorkomen bij overbelasting.
Het aantal fasen dat u nodig heeft hangt af van de indeling van uw woning en de apparatuur die u gebruikt. Oudere woningen hebben vaak standaard een 1-fase aansluiting, terwijl nieuwere woningen, die geen gas meer gebruiken, vaak een 3-fase aansluiting hebben. Maak hier een keuze vooraf, omdat dit invloed heeft op de inrichting van de meterkast en omdat u toestemming van de netbeheerder nodig heeft voor de aansluiting van krachtstroom.
Een vierde keuze is die tussen een aardlekautomaat en een aardlekschakelaar. De meeste mensen kiezen voor een aardlekautomaat, omdat alleen de groep met een kortsluiting wordt uitgeschakeld, terwijl de andere groepen bruikbaar blijven.
Als u meer informatie wenst over het inrichten van een meterkast, schakel dan een elektricien in. Onze specialisten helpen u bij het maken van bovenstaande keuzes, rekening houdend met de indeling en het verwachte energieverbruik binnen uw woning.
